Aansprakelijkheid bestuurder na turboliquidatie

9 nov 2020

Turboliquidatie is een manier om een vennootschap, zonder dat er vereffening plaatsvindt, snel te ontbinden en te liquideren. Belangrijkste voorwaarde voor een turboliquidatie is dat er geen baten meer zijn, dus geen activa meer op de balans van de vennootschap. Als de algemene vergadering (van aandeelhouders) het besluit tot ontbinding neemt, houdt de vennootschap in principe direct op te bestaan. Bij een turboliquidatie is er vooraf geen controle door een instantie of functionaris. Na het nemen van het besluit dient de liquidatie bij de KVK te worden geregistreerd. Wat zijn de gevolgen van een turboliquidatie als er wel baten waren?

Wat schuldeisers kunnen ondernemen tegen een turboliquidatie is het aanvragen van heropening van de vennootschap bij de rechtbank. Bij de aanvraag dient de schuldeiser aan te tonen dat er wel baten zijn. Dat is niet eenvoudig, want schuldeisers hebben vaak geen zicht op de activa (en passiva) van de ontbonden vennootschap. Minister Dekker bereidt een wetswijziging voor om de positie van schuldeisers te verbeteren.

Mogelijkheden schuldeiser na een turboliquidatie

Het feit dat er een wetsvoorstel in de maak is om de positie van de schuldeiser te verbeteren, betekent niet dat een schuldeiser nu geen mogelijkheid heeft om de vordering, na een turboliquidatie, te innen. Dit bleek onlangs toen een aannemer de bestuurder van een bouwbedrijf persoonlijk aansprakelijk stelde.

De aannemer had nog geld tegoed van een bouwbedrijf, het ging om bijna € 10.000,00. Het bouwbedrijf was al via een turboliquidatie ontbonden. De aannemer startte een procedure waarin deze zijn geld vorderde. Hierbij stelde hij de bestuurder van het bouwbedrijf – op grond van onrechtmatig handelen – aansprakelijk. Reden hiervoor was dat het bouwbedrijf was geturboliquideerd terwijl er nog baten waren.

De rechter oordeelde dat een rechtspersoon in beginsel zelf voor zijn schulden aansprakelijk is. Van bestuurdersaansprakelijkheid is enkel sprake als de bestuurder een “ernstig verwijt” kan worden gemaakt. Uit de jaarrekeningen bleek dat het gestort aandelenkapitaal eind  2017 nog € 18.000,00 bedroeg en dit in 2018 naar € 2,00 was verminderd. Gedaagde beweerde, maar kon niet bewijzen, dat het aandelenkapitaal reeds in 2014 was verminderd en dat het vrijgekomen vermogen toen door hem in privé is opgenomen.

De rechter oordeelde dat het gestorte aandelenkapitaal van € 18.000,00 bij de ontbinding van de vennootschap is “vrijgekomen”. Dit betekent dat er tijdens het ontbindingsbesluit baten waren welke – in het geval van het volgen van een normale vereffeningsprocedure – hadden kunnen worden aangewend om schuldeisers te voldoen. Volgens de rechter was er in deze situatie voldoende reden om aan te nemen dat er sprake was van betalingsonwil bij de bestuurder en dat deze derhalve voor de schuld persoonlijk aansprakelijk kon worden gesteld.

De gevolgen van een turboliquidatie kunnen ingrijpend zijn in het geval achteraf blijkt dat er nog baten waren. Zo loopt de bestuurder het risico op persoonlijke aansprakelijkheid indien de turboliquidatie voor een oneigenlijk doel is ingezet. Als achteraf blijkt dat er wel baten zijn dan kan de vennootschap worden heropend en dan wordt er een externe vereffenaar benoemd. Aan het besluit tot een turboliquidatie kleven voor bestuurders dus nogal wat risico’s. Daarom raden wij u aan om advies in te winnen voordat u tot turboliquidatie overgaat.

Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen?

Neem dan contact op met Elements Legal via +31 20 700 5400 of info@elementslegal.com. Wij adviseren u graag!